navigatie overslaan

Recreatiepark Het Hulsbeek was vroeger een landgoed en is eigendom geweest van de bekende Oldenzaalse textielfamilie Gelderman. De oudste vermelding uit 1385 stamt uit het Manuaal van de Rentmeester van Twente, met als notitie: “vacat” (onbewoond). Uit het schattingsregister van Twente (Statsarchiv te Munster, dus vallende onder het bisdom) valt af te leiden dat er anno 1475 ongeveer twintig boerderijen stonden. Landgoed Het Hulsbeek werd in 1970 aangekocht door Regio Twente. Tegenwoordig is Recreatieschap Twente de grondeigenaar van Het Hulsbeek.

Wandel de Jubileumroute

Ontdek recreatiepark Het Hulsbeek en vier het 50-jarig jubileum door middel van een unieke wandelroute. Deze speciaal uitgezette tocht van zes kilometer voert je langs de meest bijzondere plekjes van het park, waar je kunt genieten van verhalen die de rijke geschiedenis en de veelzijdigheid van Het Hulsbeek tot leven brengen. De route, die gemarkeerd is met tien informatieve punten, biedt een boeiende blik op zowel het verleden als de huidige charmes van het gebied.

Houtwal bij Toetersdennen

In het Hulsbeek zijn nog heel oude houtwallen te zien. Op de kaart uit 1905 zien we de houtwal bij Toetersdennen. De rechterkant van deze houtwal is tevens de markegrens. De aarden wal is ook nu nog goed te zien. Hier ligt op het eind Markesteen 22.27-02. De prachtige houtwal die we nu nog zien van de manege naar de Gammelkerbeek ligt eveneens op de markegrens.

Op Het Hulsbeek zijn twee dassenburchten van flink formaat. De das is een nachtdier en 's nachts is het heel rustig, daarom heeft de das het erg naar zijn zin op Het Hulsbeek. De das eet veel regenwormen die hij vindt in de weilanden rond Het Hulsbeek. De dassenburchten zijn niet te bezichtigen.

Hulsbeker Watermolen

In de Gammelkerbeek zijn de restanten van de fundering van een middeleeuwse watermolen te zien. Loop maar over de cortenstalen brug dan zie je de kloostermoppen zo liggen. In 1589 is de molen afgebrand. in 1632 is de molen weer opgebouwd. Deze onderste Hulsbeker watermolen heeft vermoedelijk gefunctioneerd tussen 1632 en 1749. De watermolen was een korenmolen en van het type onderslag watermolen. Er stond ook nog iets verderstroomopwaarts de bovenste Hulsbeker watermolen. Een modern waterrad (ook weer een onderslag watermolen) complementeert het plaatje. In de tuinmuur van het museum Palthehuis in Oldenzaal is een gevelsteen ingemetseld die afkomstig is van de onderste Hulsbeker watermolen. De teksts op deze gevelsteen is uitgesneden in de cortenstalen brug. Ga maar eens kijken wat er staat.

Kerkepad

Het pad dat door de hei op Het Hulsbeek loopt is al heel oud. Het is een kerkepad van Deurningen naar Oldenzaal. Vroeger liepen de mensen over dit pad om naar de grote kerk, de Plechelmus, in Oldenzaal te gaan.

Marken

Marken ontstaan zo vanaf de 13e eeuw uit buurtschappen, groepen van naburige boeren. De groei van de bevolking maakt het noodzakelijk dat de buurtschappen zich beter gaan organiseren. Het wordt nodig om onderlinge afspraken te maken over het gebruik van hout, veen, veld (heidegebieden) en weidegronden. De buurtschap wordt een marke. Aan de de oude erven werd een aandeel in de gemeenschappelijke gronden toegekend: het werden "volle" of "gewaarde" erven. Een marke werd daarmee een soort vereniging van eigenaren met een eigen bestuur en rechtspraak. Daarnaast kende men in een marke halfgewaarde erven en niet gewaarde erven. Een katerstede was een boerderij waar een boer op woonde, die geen aandeel in de marke had. Deze afspraken golden onderling, maar ook de afbakening van de gronden ten opzichte van andere buurtschappen was belangrijk.

Natuurlijke landschapselementen

Een beek een grote boom een heuvel fungeerde als markeringspunt. Maar vaak ook werden markepalen, markestenen, of veldkeien geplaatst om de grenzen aan te geven. Zo'n steen die in een plantsoentje in de Essen ligt, diende eeuwenlang als grensmarkering. En dat kun je vandaag de dag zomaar gaan zien: geweldig toch! Het gebied daar is zelfs naar deze markesteen genoemd: Steenkamp. Na de Bataafse revolutie van 1795 komt er langzamerhand een einde aan het markesysteem. De ongecultiveerde en onverdeelde gronden remden de ontwikkeling van de landbouw. De overheid kwam met regelgeving om de markegronden onder belanghebbenden te verdelen. Aan het eind van de 19de eeuw waren praktisch alle marken verdeeld. De marke Berghuizen hield in 1846 op te bestaan.

Markesteen

Vlakbij de manege komen drie marken bij elkaar: Berghuizen (22), Gammelke (27) en Deurningen (28). De driemarkesteen 22.27.28 lag er rond 1980 nog, maar was er in 2015 niet meer. Nu is er op dezelfde plek een mooie zwerfkei uit Oldenzaal neergelegd ter vervanging. In museum het Palthehuis staat de dwangstoel van moordenaar Huttenkloas. In het gebied waar de markestenen 22.28-01 en 22.28-02 liggen was ooit het Galgenveld. Hier zijn in 1775 de lijken van huttenkloas, zijn zoon en zijn vrouw als afschrikwekkend voorbeeld opgehangen. Iedereen kwam er langs. Tja, andere tijden...

Springertuin

Rond Erve Hulsbeek ligt de Springertuin, aangelegd rond 1918 door de landschapsarchitect Leonard Springer. In 2010 is de Springertuin gerenoveerd aan de hand van orginele ontwerpen. Een van de kenmerken van tuinen van Springer is het padenpatroon van ronde paden. Deze zijn zo dat je zonder twee keer over hetzelfde stuk te gaan, toch een flinke afstand aflegt. Let maar eens op de paden in de Springertuin. Als je de heuvel in de Springertuin zou oppakken en op zijn kop zetten, kun je de vijverkom geheel vullen. Nu begrijp je hoe de heuvel is ontstaan.